
Omdat wij wel graag de klachten, ideeën of zorgen horen van wijkbewoners, stonden er daarom de afgelopen negen weken in de zomer vertegenwoordigers van de woningbouwcorporaties, gemeente, politie/boa’s en Fixbrigade op woensdagmiddag op verschillende plekken in Poelenburg of Peldersveld. Bij een supermarkt of voor een flat informeerden ze bij de inwoners waar behoefte aan is. Er speelt genoeg, dat blijkt wel uit de gesprekken. Op deze manier halen we de verhalen op, waar we iets mee kunnen.
Politie: Melden heeft zin
Carlijn Sieval was er iedere woensdagmiddag namens de politie bij. ‘Ik vraag dan bijvoorbeeld of ze prettig wonen. Je merkt dat het goed werkt om mensen zo aan te spreken. Zo vertellen ze eerder over zaken waar ze last van hebben. Op de vraag waarom ze de politie niet bellen, hoor je vaak dat het een te grote stap is. Bewoners in Poelenburg en Peldersveld zien de politie regelmatig als iets negatiefs. Door mensen zo op straat aan te spreken, leren ze ons kennen. We geven dan een kaartje met onze gegevens, dat werkt wel. We houden regelmatig spreekuur bij wijkcentrum De Poelenburcht en Lobelia waar mensen laagdrempelig zaken kunnen melden. Zo willen we het vertrouwen winnen.’
De Bubbel kan buurthuis worden
Mustapha Epachiri is wijkbeheerder bij woningstichting Rochdale in Poelenburg. ‘We krijgen bij deze bijeenkomsten op straat veel klachten van bewoners over hun woning. Uit onderzoek in onze flats blijkt dat veel bewoners nog niet de weg weten naar organisaties. Zo geven wij tijdens een spreekuur voorlichting over de Fixbrigade. De Fixbrigade gaat bij mensen thuis langs voor energiebesparende maatregelen in huis. Ook verwijzen we bewoners door wanneer er overlast is.
Inwoners van Peldersveld vertelde ons dat er behoefte is aan een buurthuis. Voor de Brandaris staat De Bubbel. Hier mogen zij zelf activiteiten organiseren.’
Bankjes bij de speeltuin
Namens woningcorporatie Parteon spreekt Ank Konijn iedere woensdagmiddag bewoners aan. ‘Op de vraag of hier behoefte aan is zei een bewoner net tegen mij: “Jazeker. Heel graag. We weten vaak niet waar we met onze vragen en klachten naar toe moeten.” Moeders vertellen dat ze hun kinderen niet alleen willen laten spelen in de speeltuin. Er zijn echter veel te weinig bankjes voor alle moeders zodat ze steeds moeten rondlopen. Er komen ook veel opmerkingen over de liften. Deze zijn regelmatig stuk. En zeker in coronatijd was het voor mensen geen fijne plek, want je wilt niet met veel mensen in een lift en dan moet je vaak heel lang wachten.
Alle bewoners die we spreken hebben het over de rotzooi op straat en dat mensen hun afval naast de container en op straat gooien.’
Wat kan ik doen voor de wijk
Wijkadviseur Willemien Münchow: ‘Voorbijgangers vertellen veel over de overlast van de jeugd, hard rijden en afval op straat. Maar er komen ook bewoners voorbij die iets voor hun buurt willen betekenen en niet weten waar ze dan moeten zijn. Die breng ik dan in contact met organisaties of andere vrijwilligers. Met de mensen die enthousiast zijn om iets te gaan doen hebben we een ontbijtje gepland op het stadsstrand.’
Betere verlichting in perkjes
Piet Deweide is aanwezig namens woningcorporatie ZVH. ‘Er komen redelijk veel mensen met klachten. Die worden uitgewerkt door de professionals waarna er zo snel mogelijk wordt gereageerd. Veel opmerkingen gaan over de hangjeugd, het beheer van groenvoorzieningen en zaken die kapot zijn en niet snel worden gerepareerd. Ook kwam er een tip dat er in de parkjes betere verlichting kan worden aangebracht. De wijkmanager Erik van Druenen heeft dat opgepakt vanuit de gemeente. Op de vraag of de flats wel brandveilig zijn heb ik de bewoner gerustgesteld.’
We horen de signalen
Tamara Lomas inventariseert iedere week de opmerkingen. ‘De ervaringen zijn zeer waardevol. Er komen veel klachten over het verkeer, overlast en de woonomgeving. Het kost tijd voordat het bekend is waarom we dit doen. Uit de gesprekken merk je dat er absoluut behoefte aan is en dat we het vertrouwen nog moeten winnen. Mensen zijn bang dat als ze iets melden dat de problemen nog groter worden. En als er dan niets met de klacht wordt gedaan, dan wordt het nog erger. Wij laten zien: “We horen u. We doen er iets mee. Daarom staan we hier.” We denken na hoe bewoners makkelijk zaken kunnen melden. Daar moeten we iets mee!’